Wegwijs worden in de wereld van het kaartlezen
Tips voor het lezen van een routekaart
Tegenwoordig is GPS bijna niet meer weg te denken uit je benodigdheden als je op pad gaat. Het komt wel eens voor dat deze je in de steek laat, door slecht bereik of het uitvallen van je telefoon. Dan is het fijn als je de weg toch kan vervolgen zonder verdwaald te raken. Om jou op weg te helpen in het kaartlezen zetten wij wat belangrijke punten op een rijtje.
Gebruik een recente kaart
De omgeving en wegen veranderen natuurlijk veel door de jaren heen. Zorg er daarom altijd voor dat je de laatste versie van een kaart aanschaft. Deze worden in de meeste gevallen regelmatig bijgewerkt. Check voordat je op pad gaat ook even of de gehele route die je van plan bent te maken op de kaart staat. Is dat niet het geval? Dan is het handig om de aansluitende kaart ook mee te nemen zodat je onderweg niet verrast wordt.
Bestudeer de legenda
Hoewel het principe van de legenda altijd gelijk is, verschilt de uitwerking ervan soms wel per routekaart. Neem voor je op pad gaat dan ook even de tijd om te kijken met welke kleuren en icoontjes er gewerkt wordt. Dat voorkomt verwarring in het kaartlezen onderweg.
Houd het noorden aan
Als je de routekaart recht voor je houdt wijst de bovenkant van de kaart altijd naar het noorden. Hierna is het natuurlijk aan jou om uit te vinden of je de goede richting op gaat. Een makkelijk hulpmiddel hiervoor is een kompas. Mocht je die vergeten zijn, dan kun je ook met de stand van de zon en een analoog horloge de goede richting bepalen. Dit is hoe het werkt:
Hou je horloge horizontaal. Wijs je korte wijzer (uurwijzer) richting de zon. In het midden tussen de 12 uur aanduiding en de korte wijzer ligt het zuiden. Nu weet je ook waar het noorden zich bevindt. Wanneer je horloge op de zomertijd staat ingesteld doe je hetzelfde maar gebruik je de 1 uur aanduiding. Let op! Deze methode werkt alleen zo op het Noordelijk Halfrond.
Leer afstanden inschatten
Elke routekaart werkt met een andere schaal die altijd op de kaart zelf te vinden is. Met behulp van een touwtje kun je de afstand gemakkelijk opmeten als er ook veel bochten in de route liggen. Deze leg je vervolgens tegen een liniaal en zo kun je de werkelijke afstand berekenen. Door bijvoorbeeld een stukje van de route bij te houden, leer je op een gegeven moment de werkelijke afstanden beter inschatten.
Let op herkenningspunten
De velen wegen en paden op een kaart kunnen soms wat overweldigend zijn en dan kan het lastig zijn om in te schatten waar jij je precies begeeft. Het is dan handig om de omgeving even goed te bestuderen op herkenningspunten. Denk maar aan bezienswaardigheden, benzinestations of campings. Vaak staan deze op de kaart en zie je vervolgens borden langs de kant van de weg tegen.
Houd de bochten bij
Als je onderweg bent kunnen ook bochten jou helpen met het bepalen van de locatie. Door flauwe en scherpe bochten te leren herkennen op de kaart heb je een extra herkenningspunt die jou helpt de route iets verder vooruit te plannen zonder dat je op de kaart hoeft te kijken.
Leg de route vast
Markeer de route die je aflegt terwijl je onderweg bent in plaats van voor vertrek. Doordat je de lijn visueel maakt bij bijvoorbeeld het voorbijgaan van elke plaats of een herkenningspunt, leer je makkelijker je huidige locatie te herkennen op een kaart. Hierdoor wordt het ook meer een gewoonte. Heb je onderweg iets noemenswaardig gezien of was het in het algemeen een hele mooie route? Dan heb je deze ook gelijk op papier staan en kun je die een andere keer nabootsen.
Let op de omgeving
Wanneer je aan het navigeren bent, kan het er nog wel eens bij in schieten om je goed te focussen op de omgeving. Zeker als je op pad gaat met de auto is het slim om een bijrijder te hebben die navigeert. Ga je toch alleen op pad? Dan is het voor zowel een wandeling, fietsroute of autorit wel zo veilig om even te stoppen langs de kant van de weg en dan je route verder te plannen. Zo breng jij jezelf of anderen niet in gevaar.
Gewoon doen
Al met al is het vooral een kwestie van veel oefenen en doen. Start bijvoorbeeld met wat regionale routes totdat jij de handigheid van het kaartlezen beter onder de knie hebt! Hierna kan jij jezelf steeds meer uitdagen met langere routes of door onbekende gebieden te ontdekken zonder digitale navigatie.
Wat heb je nodig?
- Routekaart
- Pen/markeerstift
- Liniaaltje
- Vergrootglas
- Verlichting
- Optioneel: Kompas
Wist je dat?
De voorloper van de moderne routekaart zoals wij die nu kennen gemaakt is tussen de 3e en 4e eeuw? Dit is de Tabula Peutingeriana, een kaart van het oude Romeinse rijk.