Reisverhaal: Ilse reisde door Bali
Het eiland dat bekend staat om zijn natuur, spiritualiteit en yoga: Bali. En ja, het klopt allemaal. Wie de film ‘Eat, Pray, Love’ heeft gezien krijgt het idee dat Bali puur en praktisch niet ontdekt is. Tenminste, dat is wat ik dacht. Pratend met locals heb ik geleerd dat sinds de film uit is gekomen het toerisme enorm is toegenomen. Wie wil er nou niet zen worden en ook nog eens verliefd op Javier Bardem? Mijn ervaringen waren net even iets anders.
Ubud
De stad Ubud is super toeristisch. Restaurants hebben naast een kleine selectie Indonesische gerechten alles, van pasta tot hamburgers. Om echt Indonesisch te eten moet je net even off the beaten track. Bij lokale restaurantjes in kleine dorpjes of langs de kant van de weg in the middle of nowhere vind je vaak het lekkerste, lokale eten. Het ziet er dan allemaal niet zo chique uit als een ‘westers’ restaurant, maar het eten is goddelijk. Als er iets is aan Indonesië dat mijn hart heeft veroverd dan is het absoluut het eten.
Ondanks het mega toerisme, is Ubud wel heel leuk om een keer te bezoeken. Zeker wanneer je op zoek bent naar souvenirs is dit the place to be. De markt heeft enorm veel leuke hebbedingen en als je goed zoekt af en toe ook nog iets dat een beetje authentiek is. Afdingen is de norm hier, dus ga ervoor! Ook een Balinese dans bijwonen in Ubud Palace, een grote tempel midden in het centrum, is echt een must. Voor zo’n €7,- kan je een spektakel van een uur aanschouwen.
Zie hier de magische dans in Ubud Palace waar ik een mooie dans aanschouwde -->
It's coconuts!
Net even buiten Ubud, op zo’n 10 minuten rijden, heb je mooie rijstvelden waar je heel mooi kan wandelen en de zonsopgang kan bekijken. Aan het einde van het pad stonden een paar tafels en stoelen. We zijn even gaan zitten om van het mooie uitzicht te genieten. Dan komt er een oud mannetje naar ons toe en vraagt of we een kokosnoot willen. Vervolgens hakt ‘ie de bovenkant van een kokosnoot en geeft ons 2 rietjes. Wat wil je nog meer! We hebben heerlijk genoten van het uitzicht, de temperatuur en verse kokosmelk. Als dank geven we de man wat geld, maar blijkbaar was het 3 keer meer dan de prijs, haha. Typisch Bali. Het kost voor onze begrippen niet veel, maar voor Indonesische begrippen is Bali best duur.
Bukit Undisan waterval
We zijn een dagje met de scooter op pad geweest, het beste vervoersmiddel op Bali. En verreweg het meest gebruikte. Rondom de steden is het een beetje chaotisch, maar als je van de grote wegen af bent is het heerlijk rijden. Onze eerste bestemming was een tempel uitgehouwen uit een rotswand. Super indrukwekkend, maar lang genieten konden we niet. Er was namelijk een extreem giftige slang gesignaleerd op nog geen 1,5 meter afstand van waar wij stonden. Op naar de volgende locatie dus! De Bukit Undisan waterval. Dit was mijn hoogtepunt op Bali. Na ongeveer 20 minuten lopen door rijstvelden en een aantal trappen af kwamen we bij een verlaten waterval met ernaast een kleine, bemoste canyon. Er was helemaal niemand dus we hadden de waterval voor onszelf. Het ultieme vakantiegevoel… met 30 graden onder een waterval gaan staan op één van de mooiste plekjes die ik me kan bedenken.
Nusa Penida
Na Ubud en omgeving genoeg te hebben onderzocht heb ik 3 dagen doorgebracht op Nusa Penida. Een klein eiland net onder Bali dat er nog wel onderdeel van is. Om het toerisme een beetje te ontlopen heb ik gekozen voor Nusa Penida in plaats van Nusa Lembongan, wat blijkbaar super toeristisch is. Van de 20 boten in de haven gingen er ongeveer 3 naar Nusa Penida. Op dit eiland heb je azuurblauw water en prachtige plekjes zoals Billabong en Cristal Bay. Er is hier bijna geen toerisme waardoor er op een prachtig bounty strand niet meer dan 20 mensen te vinden waren.
Teruggekomen op Bali ben ik mijn laatste dag op pad geweest met een chauffeur die me eerst naar La Laguna Beachclub heeft gebracht aan de westzijde van het eiland. Deze tent was echt super. Het ligt pal aan het strand, maar je waant je bijna in de jungle. De ambiance hier is geweldig en het eten en de cocktails to die for. Wel Europese prijzen, maar het was het dubbel en dwars waard. Ga wel ergens in de ochtend, want rond het middaguur komen de busladingen mensen.
Tanah Lot
Na wat hapjes en drankjes door naar Tanah Lot, de tempel in zee. En hoeveel mazzel heb ik, het is Koningen, een feestdag vergelijkbaar met onze kerst. Een enorm komen en gaan van alle locals in traditionele kledij. Om een offer te brengen in de tempel moeten ze eerst door het water heen waden, de trappen van de tempel beklimmen om vervolgens weer terug door het water te gaan. En iedereen doet mee, van de allerjongste tot de ouden van dagen. Helaas zijn toeristen niet toegestaan op de eilandtempel dus ik bekijk alles vanaf de oever tussen de kletsende locals.
Na 17 dagen was het alweer tijd om afscheid te nemen van dit geweldige eiland. Ik heb geweldige dingen gezien, heerlijk eten gegeten, me kapot gezweet en een hoop nieuwe vrienden gemaakt. Ik kan niet wachten om de rest van dit land te ontdekken.
De Vango Exodus 60+20
Om mijn bagage op te bergen heb ik tijdens deze reis gebruik gemaakt van de Vango Exodus. De Vango Exodus was echt een uitkomst voor mij. Backpacken is heel leuk, maar je rug gaat na een tijdje echt kapot. Dus voor vliegvelden, busstations en steden kon ik lekker rondkarren met m’n backpack op wieltjes!
De dagrugzak die met bandjes op de koffer zit heeft echt een prima formaat. Ik kon hier makkelijk mijn DSLR-camera met losse lens en water, extra setje kleding en dingen als paspoort, portemonnee e.d. in kwijt.
De plus- en minpunten
Pluspunten:
+ De afritsbare dagrugzak
+ Er past heel veel in!
+ Hij is dankzij de schouderbanden ook als rugzak te gebruiken
Minpunten:
- Ritsen gaan op de hoeken stroef
- Geen heupbanden wanneer je hem als rugzak gebruikt
